Nationaal Park Brabantse Wouden
Van Halle in het zuidwesten van Vlaanderen tot aan Leuven in het zuidoosten ligt het 10.000 hectare grote gebied Brabantse Wouden. Al decennialang een belangrijk natuurgebied en sinds 2023 uitgeroepen tot nationaal park.
Met die titel is het werk niet klaar. Het beheerplan voor de Brabantse Wouden streeft naar meer en beter. De drie grotere gebieden, Hallerbos, Zoniënwoud en Heverleebos / Meerdaalwoud, worden gescheiden van elkaar door landbouw en bebouwing. Het nationaal park zal zich nog beter ontwikkelen als deze bossen onderling verbonden kunnen worden door houtopstanden en bos.
Naast natuurontwikkeling ligt de focus voor de toekomst ook op ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw, cultureel erfgoed en toerisme.
Wandelen in de Brabantse Wouden
Recreatie en natuur gaan uitstekend samen. Zeker als het om wandelen gaat. Het is een fantastische manier om met respect voor de natuur alles te ontdekken wat het Nationaal Park Brabantse Wouden te bieden heeft.
Er zijn goed bewegwijzerde routes en er zijn routes die je met knooppunten moet lopen. Op die manier kun je, als je zou willen, 700 km wandelen. Reporter Jeanine verkende te voet diverse gebieden van de Brabantse Wouden en vertelt je er meer over.
1. Zoniënwoud
Een aantal delen van het Zoniënwoud is Werelderfgoed. In de vijf bosreservaten waar dit voor geldt, wordt geen onderhoud meer uitgevoerd. Daarom vind je hier prachtige stokoude bomen, bomen die hun beste tijd gehad hebben en woudreuzen die inmiddels horizontaal op de grond liggen en een heel ander doel hebben gekregen. De beuken van de toekomst nemen de groeiplaats al snel in.
Geen onderhoud betekent ook dat een boom valt als het zijn tijd is en dan blijft liggen waar hij ligt. De ouderdom van deze beukenbossen zijn van onschatbare waarde voor biodiversiteit. Samen met de achttien andere beukwouden op de Werelderfgoedlijst, laat het Zoniënwoud zien hoe het er in een ver verleden uitzag in het beukenoerbos op ons continent. Wanneer je met die wetenschap wandelt onder de beuken van meer dan veertig meter hoog en tweehonderd jaar oud, voel je je klein, heel klein.
Vanuit Bosmuseum Jan van Ruusbroec kun je een aantal mooie routes lopen door de historische beukenbossen. Het museum is gratis te bezoeken in de middag en wordt gerund door vrijwilligers. Het neemt een belangrijke plaats in bij de natuureducatie van schoolkinderen. Ook volwassenen leren hier veel over het bos, het bosbeheer en de geschiedenis van dit mooie stuk België. Vanaf deze plek zijn wandelingen met een gids mogelijk.
Wij maakten de Groenendaalwandeling van 6,8 kilometer midden in het Zoniënwoud vanuit het Bosmuseum. De eeuwenoude bossen en de door mensenhand gevormde natuur maakt dat deze wandeling op ons favorietenlijstje komt.
We zagen in het museum dat, ondanks dat het Zoniënwoud diende als houtvoorziening voor huizen en scheepsbouw, het nooit ontbost is geweest. Er is altijd gekozen voor een vorm van bosbeheer, waardoor we nu kunnen genieten van eeuwenoude bomen en de rijke flora en fauna die dat met zich meebrengt.
Niet alle delen van de bossen zijn onaangeroerd gebleven. Zo zijn door kloosterlingen in de veertiende eeuw een aantal grote visvijvers gegraven in het stroomgebied van de IJse. Het water is een bron van leven voor insecten, vogels en zoogdieren. De Groenendaalwandeling leidt je over paden langs de vijvers en beekjes.
Een bijzonder deel van de wandeling zijn de voormalige renbanen. De paardenrenbanen die in de negentiende eeuw zijn aangelegd, zijn inmiddels teruggeven aan de natuur, die wel raad weet met die vlakte. Dankzij de begrazing van Schotse hooglanders aan de ene kant en goed maaibeheer aan de andere kant, ontwikkelt dit terrein zich heel divers. De graslanden zien eruit als in een sprookje. De Koninklijke loge die Leopold II aan de renbaan liet bouwen, maakt wat ons betreft het verhaal af.
Een andere wandeling kiezen? Vanaf kasteel Groenendaal loopt de Schone-Eikwandeling. Een route van 8 kilometer die langs een zomereik loopt, die eind zeventiende eeuw het eerste zonlicht zag. Wandelen met kinderen? De Hippo-droomwandeling is een mooie wandeling van 4,4 kilometer voor kinderen die graag wat beleven onderweg. Vogelkijkhutten, picknickplaatsen en speelzones maken de kilometers makkelijk te lopen.
2. Hallerbos
De bloeiende boshyacinten in het Hallerbos zijn onbeschrijfelijk mooi en dit moet je zelf gezien hebben om te begrijpen. Het bos kan in de bloeiperiode (half april - half mei) wel heel druk zijn. Op onze pagina over provincie Vlaams-Brabant vind je rustigere alternatieven.
De rest van het jaar is er in het park ook genoeg te beleven, zo is er een kabouter- en trollenpad, een kriebelbeestenroute en nog veel meer. Een tiental reeën leeft in het Hallerbos en kan zomaar je pad kruisen. Er zijn tal van romantische veldjes voor een picknick in alle rust, met het geklop van de specht op de achtergrond en onder een dak van jonge beukenblaadjes. Veel paden zijn ook te bereiken met kinderwagen en rolstoel.
3. Heverleebos en Meerdaalwoud
In het Heverleebos vind je een arboretum. In de jaren '30 werden hier uitheemse bomen gepland voor onderzoek. Op dit stuk vind je dan ook bijzondere bomen die je verderop in het bos niet tegenkomt.
De afgelopen 25 jaar vindt geen onderzoek meer plaats en is het bos hier alleen nog maar bedoeld voor wandelaars en bomenliefhebbers. Het 1,5 kilometer lange pad door het arboretum is goed te bezoeken met een rolstoel of kinderwagen. Ook de paden door het Heverleebos zelf zijn goed toegankelijk.
Door het Heverleebos loopt ook een gedeelte van Het pad van Ad, een route van 26 kilometer waarbij je langs beeldhouwwerken van Ad Wouters komt. Hij maakte beren, apen en andere bijzondere beelden van afgestorven bomen.
Het Meerdaalwoud is grotendeels niet toegankelijk, om de natuur volop de ruimte te geven.
Fietsen in de Brabantse Wouden
In het Nationaal Park Brabantse Wouden kun je ook volop fietsen. Het landschap is glooiend en er zijn makkelijke en gevarieerde routes te plannen met de knooppuntenroute of Route You. Op de website van Toerisme Vlaams-Brabant kun je jouw plaats van vertrek en het aantal kilometers dat je wilt fietsen (of wandelen) invullen. Je krijgt de mooiste routes voorgesteld inclusief bezienswaardigheden in de buurt.
Onze fietstips:
- De Zoniënroute van 42,5 kilometer. Bezoekerscentrum Dru!f is een mooie start. Van daaruit naar Hoeilaart, waarna je door het Zoniënpark fietst naar Tervuren. Je fiets over deels onverharde stukken en maakt enkele hoogtemeters. Voor sportieve fietsers dus.
- Van Tervuren naar het noordoosten loopt de Voervalleiroute die 47 kilometer lang is. Een route langs kastelen, kapellen en door het jachtdomein van de hertog. Een bezoek waard op deze route is het AfricaMuseum, gevestigd in het vroegere koloniënpaleis.
De trip van Jeanine en Bert door drie nieuwe Nationale Parken vond plaats op uitnodiging van Toerisme Vlaanderen. Lees ook meer over NP Scheldevallei en NP Bosland.