Beierse Woud
In de Duitse deelstaat Beieren ligt het Beierse Woud. Het middelgebergte strekt zich uit van boven Regensburg tot aan Passau en loopt langs de grens met Tsjechië. Het Bayerischer Wald bevat meer dan honderd middelhoge bergtoppen, watervallen en idyllische bergmeertjes.
Een gedeelte van de regio omvat het Nationaal Park Beierse Woud, het oudste nationaal park van Duitsland, opgericht in 1970 en uitgebreid in 1997. Het gebied rondom de hoogste berg de Grosser Arber wordt het Arberland genoemd.
Maar het belangrijkste kenmerk zijn de sprookjesbossen. Heb je zin in ongerepte bossen vol mooie mossen, bijzondere bomen en paddenstoelen, kans op het spotten van wildlife, uitdagende wandel- en fietspaden en mooie watervallen en beekjes? Dan is het Beierse Woud zeker iets voor jou.
Mooie plekken in het Beierse Woud
Wat zijn mooie plekken in het Beierse Woud en welke bezienswaardigheden zijn er? Cindy en Janneke bezochten de regio in Zuid-Duitsland en gingen op pad met een wandelgids en een ranger van het nationaal park. We zetten op een rij waar mooie natuur te vinden is.
1. Nationaal Park Beierse Woud
Het oudste nationaal park van Duitsland is beschermd gebied, waar de natuur vooral haar gang kan gaan. Samen met het Nationaal Park Šumava, net over de grens in Tsjechië en ook wel bekend als het Boheemse Woud, vormt het een van de grootste beschermde bosgebieden in Centraal-Europa.
Net als in veel andere Europese bossen heeft de letterzetter hier sinds de jaren '90 van de vorige eeuw flink huisgehouden. Deze schorskever voedt zich met de bast van sparrenbomen en veel exemplaren zijn inmiddels gesneuveld. In plaats van grootschalige kap en het gebruik van bestrijdingsmiddelen, wordt de uitbraak van de letterzetter door het beheer in het nationaal park gezien als natuurlijk proces. Dit stuitte in eerste instantie op veel lokaal verzet en sommigen zagen het zelfs als ecologische ramp.
Eerlijk is eerlijk, sommige plekken in het Beierse Woud zien er dramatisch en rommelig uit met veel omgevallen bomen en heuvels vol kale, bruine sparren. Maar ranger Alena maakt ons duidelijk dat er een natuurlijke balans en herstel optreedt. De sparren maken plaats voor een pioniersbos; een veel diverser bos met een mix aan verschillende bomen als beuken, dennen, berken, lindes en de zilverspar, die beter bestand is tegen de letterzetter.
Bovendien heeft het laten liggen van dode bomen ook voordelen voor de natuur. Allereerst groeien nieuwe bomen bovenop de oude bomen, die daarna vergaan. Dit is duidelijk te zien aan bomen met hoge wortels, die wij zelf nog nooit ergens anders hebben gezien. Het dode hout is ook goed voor bijvoorbeeld insecten en paddenstoelen.
Er bevindt zich een aantal erg grote en oude bomen in het Beierse Woud. Een bijzondere boom die wij zagen was de reusachtige den van 600 jaar oud. 52 meter hoog, met een omtrek van 6,4 meter, dus er zijn best wat mensen nodig om de hele boom te kunnen omarmen! Stelletjes kunnen elkaar hier zelfs het ja-woord geven.
Enkele andere bezienswaardigheden in het nationaal park zijn:
- Haus zur Wildnis, een educatief bezoekerscentrum in Ludwigsthal. Prachtige tentoonstellingen, informatieborden en een leuke shop met cafetaria. Het is ook zeer leuk voor gezinnen met kinderen; er zijn ludieke ondergrondse gangen nagemaakt en er is een kleine binnenspeeltuin.
- Tierfreigelände Falkenstein, een wildpark naast bovenstaand bezoekerscentrum met een wandelroute van 3 km, waarbij je langs het verblijf van de lynx, wolf en wilde paarden komt. De dieren krijgen hier de minimale ruimte die ze nodig hebben en daarom heb je geen garantie om ze allemaal te zien, maar de kans is wel veel groter dan in het wild. Langs de wandelroute is ook een prehistorische grot nagebouwd met een muurtekening, erg leuk voor kinderen.
- Tierfreigelände Neuschönau, waar naast de lynx en wolf ook de beer, Europese bizon (wisent), otter, bever en wilde zwijnen zijn te observeren. Dit wildpark ligt naast Nationalparkzentrum Lusen en het bezoekerscentrum Hans‐Eisenmann‐Haus.
- Baumwipfelpfad Neuschönau, een boomkroonpad waar je vanaf de top kunt kijken tot in Tsjechië en de Duitse Alpen.
- Spiegelau met een speelplaats voor kinderen en een unieke leerroute.
- Wildniscamp Falkenstein, waar tieners op kamp gaan, heerlijk buiten in de natuur. Overnachten kan in geinige huisjes en yurts, allemaal referenties naar andere culturen.
- Diverse horeca, zoals Schwellhäusl, een historisch gasthuis met typisch Beiers sfeertje, inclusief bediening in Lederhosen.
- Bayerisch Eisenstein, plaatsje bij Tsjechië met een treinstation op de grens. Hier vind je ook het NaturparkWelten met exposities over o.a. vleermuizen, de Grote Arber, Oost-Beiers Skimuseum en geschiedenis van de spoorweg.
2. Grosser Arber
De Großer Arber is is de hoogste berg en wordt vaak de Koning van het Beierse Woud genoemd. Met een hoogte van 1.456 meter is het de dominante top in het gebied.
De Grote Arber is een geliefd wandelgebied en er lopen diverse routes naar de top, maar je kunt ook de Arberbahn nemen. Check van te voren het weer, want met mist of lage wolken heb je zeker geen uitzicht.
Er wordt momenteel een Bike Park aangelegd en in de winter is het een populair skigebied. Omdat er een subalpien klimaat heerst op de berg, is de sneeuwgarantie vrij hoog.
3. Bergmeren
Aan de voet van de Grosser Arber ligt de Grosser Arbersee, op ongeveer 1.000 meter hoogte en gevormd door een gletsjer in de laatste ijstijd. Op het eerste gezicht is het meer wat toeristisch, maar het loont zeker de moeite om er omheen te wandelen (4 km, het pad is ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers) of een waterfiets te huren.
In het Arberseehaus heb je een subliem uitzicht op het meer en kun je een heerlijk hapje of drankje bestellen.
Blikvanger van dit bergmeer zijn de drijvende eilandjes, gevormd door een mix van dode plantenresten. Deze eilandjes zijn vaak bedekt met gras en struikjes, waardoor ze eruitzien als miniatuurlandschappen die op het water zweven.
De eilandjes bieden een belangrijk leefgebied voor verschillende flora en fauna. Ze kunnen een schuilplaats bieden aan vogels en andere dieren, en de vegetatie helpt bij het filteren van het water en het stabiliseren van het ecosysteem van het meer.
De Kleine Arbersee is een ander mooi bergmeertje, waar je ook met de auto kunt komen en horeca te vinden is. Net als in zijn grote broer drijven hierin ook een paar eilandjes.
4. Rieslochfälle
Vanuit het toeristische plaatsje Bodenmais starten diverse wandelingen, waaronder die naar de hoogste watervallen van het Beierse Woud, de Rieslochwatervallen. Via een steenachtig pad, dat gestaag omhoog loopt door het bos, zijn ze in een klein uur te bereiken. De watervallen hebben een totale valhoogte van 30 meter, verdeeld in verschillende trappen.
Vooral in het voorjaar, als de sneeuw op de bergen smelt, en na flinke regenval, zijn ze echt de moeite waard. Maar sowieso wandel je in een prachtig, sprookjesachtig bos, door een kloof waar verschillende rivieren samenkomen. Vanaf de watervallen kun je je hike verlengen naar bijvoorbeeld de top van de Grosser Arber, of loop via het pad aan de andere kant van de watervallen terug naar beneden om een kortere ronde te maken.
Kun je geen genoeg krijgen van watervallen? Bezoek dan ook de Hochfall Waterval ten westen van de Rieslochfälle.
5. Zwiesel
Het stadje Zwiesel is beroemd om zijn hoogwaardige glaswerk, er zijn verschillende glasblazerijen te vinden in de regio. Opvallend is de glaspiramide van zo'n 8 meter hoog (de hoogste ter wereld!), gebouwd met ruim 90.000 kristalglazen. Zeker het bekijken waard als je in de buurt bent. Wil je meer leren over de geschiedenis en technieken van het glasblazen, bezoek dan het Glasmuseum Zwiesel.
Dieren in het Beierse Woud
In het gebied komen veel wilde dieren voor, zoals de wolf, lynx, otter, bever, wild zwijn, edelhert en ree. Je hebt zelf slechts een kleine kans om de wolf of lynx te spotten, maar dankzij wildcamera's wordt aangetoond dat deze werkelijk in het Beierse Woud leven. In de wildparken is het makkelijker om een glimp van de dieren op te vangen.
Icoon voor de regio is het auerhoen, die in de hogere gebieden leeft. Hij heeft grote behoefte aan een mix van bomen en lage begroeiing, waar hij zijn voedsel vindt als dennen- en sparrennaalden en bessen. De hoendervogels zijn drastisch in aantal afgenomen, daarom zijn er beschermingsprojecten en is het tussen 1 november en 30 juni niet toegestaan om je buiten de paden te begeven, omdat dit een kwetsbare periode voor het auerhoen is. Sommige gebieden worden zelfs geheel afgesloten.
In de winter is er kans op voedselschaarste door sneeuw en is het belangrijk dat het auerhoen niet verstoord wordt op zijn schuilplaats. Wist je trouwens dat omgevallen bomen 's winters van levensbelang zijn? Het bovenste gedeelte van de wortels steekt dan boven de sneeuw uit, waarin het auerhoen steentjes kan vinden om de naalden in zijn maag de malen, belangrijk voor het verteringsproces.
In het voorjaar is de vogel ook kwetsbaar, dit heeft vooral met de voortplanting te maken. Wanneer hij zich bedreigd voelt, kost dit onnodig veel energie en kunnen de mannetjes bijv. door stress hun baltsperiode onderbreken, wat weer als gevolg heeft dat er geen nageslacht komt.
Bereikbaarheid
Het Beierse Woud ligt op ongeveer tien uur rijden vanuit Nederland. De Zuid-Duitse regio is ook prima met de trein bereikbaar. Zo reisden wij zelf via Keulen en Plattling naar Zwiesel. Kijk op NS International om je treinreis uit te stippelen.
Ter plekke zijn veel bezienswaardigheden en natuur zeer goed bereikbaar met de Waldbahn. Zo stopt deze in bijvoorbeeld Zwiesel, Bodenmais, Ludwigsthal en Bayerisch Eisenstein. Vraag bij je accommodatie naar de GUTi gastenkaart om hier gratis gebruik van te maken.
Lees ook meer over de activiteiten in het Beierse Woud als wandelen, fietsen en wintersport.
Cindy en Janneke bezochten het Beierse Woud op uitnodiging van het Duits Verkeersbureau en Bayern Tourismus.